Straten genoemd naar een gebeurtenis of locatie in Gullegem

Hier vind je een collectie terug van enkele straten in de deelgemeente Gullegem genoemd naar lokale historische locaties of gebeurtenissen.

 

Bankstraat

Genoemd naar de herberg 'De Gouden Bank'. Het dateert al van voor 1650 en staat in zijn huidige vorm sinds 1776 aan het rondpunt. Het fungeerde al als rechtbank, zetel van bestuur, gildehof, tolhuis, spoorwegstation, benzinepompstation, en nog veel meer.

 

Bergelen
Eertijds werd Bergelen vermeld als 'straete van Ypre naer Curtricke'. Tijdens het Ancien Règime bevond zich aldaar de heerlijkheid Bergelinus. Gaandeweg ontstond daar toen de herberg met de naam 'Bergelines', later de wijk 'Bergelines'  om tenslotte de straatnaam Bergelen te krijgen.

 

Bilgenboom

Deze naam komt hoogstwaarschijnlijk van een boom waar een heiligenbeeldje aan vasthing, in de 15e eeuw noemden ze een beeldhouwer immers een ‘beilgesnyder’. De aangrenzende herberg kreeg dezelfde naam als de boom, De Bilgenboom (voor het eerst genoemd in 1638), en zo is de naam overgedragen op de hele buurt.

 

Cerfstraat

Oorspronkelijk maakte de dorpsheerlijkheid van Gullegem deel uit van het heerschap van Heule, alles samen onderworpen aan de dorpsheer van Heule. Op 3 juni 1682 moest de Heer van Heule, Niklaas Ferdinand Basta, de dorpsheerlijkheid van Gullegem verkopen en afscheiden van zijn baronnie. Francis Joris de Cerf, de toenmalige heer van Hondschote, was de koper. Door de samenvoeging van de dorpsheerlijkheid Gullegem met de heerlijkheid van Hondschote werd Francis Joris de Cerf de eerste dorpsheer die in Gullegem woonde. “De Cerfstraat” moet eraan herinneren dat Gullegem zijn autonomie te danken heeft aan kasteelheer Francis Joris de Cerf.

 

Driemastenstraat

De Driemastenstraat is genoemd naar herberg “De Drye Masten”, gelegen te Driemastenstraat 144. Het was het laatste huis op grondgebied Gullegem. De eerste vermelding van de herberg dateert van in de 16e eeuw. Aan de overkant werd in de 18e eeuw een nieuwe herberg geopend, De Nieuwe Driemasten. Deze werd, na de sluiting van “De Drye Masten”, in het begin van de 20ste eeuw, ook de Driemasten genoemd. Ook deze sloot uiteindelijk zijn deuren in 1948. Op de plaats van de Nieuwe Driemasten is nu Meubelzaak De Driemasten terug te vinden.

 

Hemelhofweg

De Hemelhofweg is genoemd naar een herberg, die op zijn beurt vermoedelijk genoemd is naar de familienaam ‘Van den Hemel’, een familie die er in het midden van de 18e eeuw kwamen wonen. De exacte openingsdatum is moeilijk terug te vinden, maar het gebouw is gesloopt tijdens of na de 1ste Wereldoorlog.

 

Hondschotestraat

De straat is genoemd naar de heerlijkheid ‘Hondschote’. Deze straat werd specifiek gekozen om deze naam te dragen omdat langs deze straat de voornaamste locaties lagen van de heerlijkheid Hondschote: de Kasteelhoeve, de molen en de Gouden Bank, het schepenhuis van de toenmalige heerlijkheid.

 

Houtzagerijstraat

Genoemd naar de schrijnwerkerij-houthandel van Remi en Valère Lemahieu, zonen van burgemeester Constant Lemahieu, opgericht in deze straat in 1911.

 

Kloosterbosstraat

De Guldenbergabdij bezat in Gullegem een groot deel van de bossen. Al deze lagen in het noorden van de gemeente en werden niet verpacht. Één van de bossen, het zogenaamde Motbos, was te vinden waar nu de Kloosterbosstraat loopt. Waarschijnlijk liep er eerst een klein weggetje door het bos, en omdat dit bos eigendom is van de Guldenbergabdij zei men geen Motbos, maar gewoonweg kloosterbos. daardoor werd de weg 'Kloosterbosdreef' genoemd. Door het verdwijnen van veel van de bomen langs de straat veranderde de naam later nog naar het huidige Kloosterbosstraat.

 

Krekkelaarstraat

Het woord ‘krekkelaar’  komt van het Franse “créquier”, en is een soort wilde pruimelaar, een boom die krekken draagt. Een krik, krikke, krek of krekke (fr. créque) is een kleine zure pruim (prunus insititia). Ze worden vooral gebruikt om te mengen in pruimenconfituur. Vandaag de dag zijn ze zo goed als verdwenen uit Belgische boomgaarden door een gebrek aan populariteit. 

De dreef was een verbindingswegje tussen ’t Goed ter Elst (waar nu de straat Ter Elst ligt) en de Oude Pastorie. Daardoor is de Krekkelaarstraat één van oudste straten van Gullegem, want beide hoeven dateren al van voor 1480 toen beide locaties eigendom waren van Ridder Jan van Dadizele. In het midden van de 19e eeuw, toen de straatnaam voor het eerst verscheen in historische documenten, leidde de straat dus van hofstede Ter Elst naar de tuin en de boomgaard van de pastorie. Hoogstwaarschijnlijk stonden hier één of meerder pruimelaars, die hun naam aan het straatje gaven. 

Er is enige discussie of ‘krekkelaar’ wel degelijk de pruimen aanduidt, want dit konden ook ‘kriekelaars’ geweest zijn, omdat het woord kerselaar nog niet bestond. Door een misspelling kon dit vervolgens neergeschreven zijn als krekkelaar. 

 

Ommeloopstraat

Vroeger heette deze straat Parklaan, maar in 1991 besloot men enkele straatnamen te veranderen om dubbele en verwarrende straatnamen te vermijden, die sinds de fusie met Wevelgem in 1977 verschenen waren. Ook de Parklaan moest een nieuwe naam krijgen. In het Landboek van Gullegem uit 1705 vond men de oude naam Ommeloop terug, en zo kreeg de straat zijn originele naam terug. Waar de originele naam voor 1705 vandaan komt is onduidelijk.

 

Pijplap

De herberg Den Pippelap (later Het Lammeken of Het Lam) stond op een heel klein driehoekje land, een piepklein lapje grond. Vermoedelijk komt hiervan de naam Pippelap vandaan. Langzaam begreep men onder de naam Pijplap gans de wijk, en later de straatnaam.

 

Rommelen

De Rommelen was vroeger de naam van een lokale herberg, die al vernoemd wordt vanaf 1608. “Den Rommelen” was een afspanning waar voermannen hun paarden konden stallen en overnachten. De naam duidde eerst de herberg aan, later de plaats en in de loop van de tijd werd de naam overgedragen aan de hele straat.

 

Schoonwater

De eerste vermelding van Schoonwater was in een document uit 1649 als ‘Goet te Schoon Water’ bezeten door de familie Moens. De naam vindt zijn origine in een bron die zich op het goed bevond, en die puur en zuiver water gaf. Mede door deze bron werd daar een hoeve gebouwd en een omwalling gegraven. De omwalling had een dubbele functie: het was ter bescherming van de hoeve, maar ook een watervoorziening voor mens en dier. De bron gelegen in de omwalling gaf ook het ontstaan voor de oude Schoonwaterbeek.

 

Schuttershoflaan

In het landboek van Gullegem van 1705 vind men een stuk land terug genaamd “Schuttershof” gelegen ten zuiden van de Gouden Bank. Dwars door dit stuk land loopt de huidige Vierschaarstraat. Dit landgoed heeft later zijn naam gegeven aan de aanliggende straat.

 

Stampkot

De naam is afkomstig van de oude oliegraanmolen 'Stenen Stampkot' die gelegen was op de hoek van De Voetweg met de Koningin Fabiolalaan. Deze plette de oliehoudende zaden, vandaar de naam Stampkot.

 

Ter Elst

Ter Elst is genoemd naar ’t Goed ter Elst, dat vroeger aan deze straat gelegen was. Het was het centrum van de gelijknamige heerlijkheid “Ter Elst”, een achterleen van de heerlijkheid “Cavrinus”, eigendom van Jan van Dadizele. Het stond van oudsher in verbinding met de Oude Pastorie via een straat, waarvan de huidige Krekkelaarstraat een deel van was. ’t Goed ter Elst dateert al van voor 1480, toen het samen met de Oude Pastorie in bezit was van Ridder Jan Van Dadizele.

 

Torrestraat

‘Torre’ duidt niet op de nabijgelegen watertoren, maar gaat veel verder terug in de geschiedenis van Gullegem. Op het einde van de Roeselarestraat lag destijds leengoed Ter Torre, nabij het Gotebos. Het leengoed had zijn naam in alle waarschijnlijkheid te danken aan één of ander torengebouw op het landgoed, misschien een duiventoren.