In de periode 1886 - 1887 liet Jules Van Ackere zijn park langs de noord- en westkant ommuren met op beide uithoeken van de noordelijke muur een prieeltje. Onder het prieeltje op de noordoosthoek bevindt zich een ijskelder die in de periode 1991 – 1993 werd gerestaureerd. In de winter vulde men de ijskelder met stukken ijs uit de vijver. Deze ijsblokken dienden om gedurende het hele jaar waren koel te houden.
Tot het einde van de 19de eeuw was men voor het bewaren van ijs aangewezen op ijskelders.
Men zocht voor de bouw van de kelder een koele plaats, onder de grond, gericht naar het noorden en omgeven door bomen die gedurende de zomer zorgden voor schaduw. Tijdens de winter werden ijsblokken uit de vijver gekapt of gezaagd. Het ijs werd in lagen gestapeld, gescheiden door een laag stro en kon tot in september bewaard worden.
Rond 1860 ontstonden de eerste ijsfabrieken die blokken ijs leverden die aanvankelijk ook in de kelders werden opgeslagen en later in speciaal daarvoor ontworpen ijskasten. Na de Eerste Wereldoorlog kon het ijs permanent geproduceerd worden en daardoor raakten de ijskelders in onbruik.
In een ‘koelkast’ werden de stukken ijs in de bak bovenaan de kast gedaan. Op die manier werden de waren die in de kast zaten koel gehouden.
In de periode 1886-1887 liet Jean Constant Van Ackere zijn tuin omsluiten met een hoge stenen tuinmuur. Op de twee uithoeken van de noordelijke muur liet hij een prieeltje bouwen. Onder het oostelijke prieeltje werd een ijskelder gebouwd.
De eigenlijke ijsruimte is gescheiden van de muren van de kelder waarboven het prieeltje is gebouwd en is daardoor goed geïsoleerd. Oorspronkelijk lag de ingang aan de vijver wat de aanvoer van het gekapte ijs gemakkelijk maakte.
De ingang tot deze ijskelder bleef lange tijd een mysterieus geheim. Recent dook echter een foto op met een eigenaardige verdwenen constructie dicht tegen de vijver. Dit bleek de toegang naar de ijskelder te zijn.
De ingang naar de Wevelgemse ijskelder zou ongeveer een constructie zijn geweest zoals op de foto hieronder: met een onderaardse gang richting ijskelder. De toegangsdeur zit in een centrale frontmuur met langs de linker- en rechterkant wangstukken die de opgehoogde aarde tegenhouden. De lange ondergrondse gang naar de ijskelder zit onder een kunstmatig aangebrachte aarden heuvel: een extra isolerende buffer
Kort na de verwerving van het domein Van Ackere in 1954 door de gemeente werd deze ingang vermoedelijk verwijderd uit veiligheidsreden en werd de gang op enkele meters van de ijskelder dichtgemetseld. Zo verdwenen alle sporen van de ingang.
Om toch nog een toegang te hebben tot de ijskelder werd langs de achterkant van het prieeltje een nieuwe ingang gemaakt die werd afgesloten met een metalen deur.
In de periode eind 1991-begin 1993 werden de prieeltjes en de ijskelder gerestaureerd. Om de ijskelder toegankelijk te maken voor het publiek werd er ter hoogte van het resterende stukje ondergrondse gang een nieuw toegang met trappen gemaakt.
Op de plattegrond van de ijskelder zie je de nieuwe ingang, het sas, de ijskelder en twee openingen die gemaakt werden om de ijskelder te betreden na het elimineren van de oorspronkelijke ingang.
Wanneer je de trap afdaalt, kom je terecht in het laatste stukje gang dat uitmondt in een soort sas waar twee deuren zaten. Vanuit het sas heb je zicht op de ijskelder. Dit is een stenen constructie met een koepel die los staat van de constructie van het prieeltje. Dit was terug een manier om ervoor te zorgen dat het ijs in de ijskelder zolang mogelijk kon bewaard worden.
Op de laatste foto heb je een binnenzicht van de ijskelder met de koepel en de dichtgemetselde ingang die werd gemaakt na het elimineren van de oorspronkelijke ingang.