Speluitleg
Het doelblok heeft een diameter van 18 cm en is verdeeld in 6 concentrische gebieden. Een pijltje in de roos levert 50 punten op. De overige cirkels van het hebben van binnen naar buiten volgende waarden: 25, 20, 15, 10, 5. Het middelpunt van de roos hangt anderhalve meter boven de grond.
Naargelang de afspraak krijgt iedere speler 3 of 4 pijltjes. Vanop een afstand van 1,5 m tot 2 m werpt iedere speler beurt om beurt zijn 3 of 4 pijltjes achtereenvolgend naar het doel. Dit gebeurt bovenhands en vanuit de pols. De zone waarin het pijltje belandt, bepaalt de punten. Per speler worden de punten van de 3 of 4 pijltjes samengeteld. De winnaar is vanzelfsprekend diegene met de hoogste score. Er kan gespeeld worden in een vooraf bepaald aantal worpen of naar een vooraf bepaald getal.
Variante speelwijze
Soms speelt men naar een aantal rozen (bijvoorbeeld 10). Dit wil zeggen dat enkel de pijltjes die in de roos belanden een punt opleveren. De speler, die als eerste 10 rozen werpt, is de winnaar.